Een eenvoudige aangepaste variabele instellen

U kunt eenvoudige aangepaste variabelen instellen, die u in formulieren kunt gebruiken als standaard antwoorden op tekst of numerieke vraagtypen, of als waarden toegepast in vragen van het berekening type. Een eenvoudige aangepaste variabele heeft slechts één waarde die per bedrijfseenheid of project is gedefinieerd.

Field View maakt zowel eenvoudige als complexe aangepaste variabelen mogelijk. In deze instructies wordt uitgelegd hoe u eenvoudige aangepaste variabelen instelt.

  1. Controleer of de juiste bedrijfseenheid is geselecteerd in het veld Bedrijfseenheid en of er geen project is geselecteerd in het veld Project.
  2. Selecteer Bedrijfsinstellingen > Standaard instellingen en sjablonen en klik op Aangepaste variabelen.
  3. Klik in het scherm Bedrijfsinstellingen - Standaard instellingen en sjablonen - Aangepaste variabelen op Aangepaste variabele toevoegen.
  4. Voer in het venster Aangepaste variabele toevoegen een naam in het veld Naam aangepaste variabele in.
  5. Voer alleen in het eerste veld Kolom naam een kolom naam in.
  6. Als de waarde van de variabele een getal zal zijn, schakelt u het keuzevakje Is nummer in. Getallen kunnen worden gebruikt in numerieke en berekening type vragen in formulieren.
  7. Klik op Opslaan.
  8. Klik in het deelvenster Bedrijfseenheid in de linker kolom met de rechter muisknop op een bedrijfseenheid waarvoor u rechten hebt en selecteer Wijzigen, of klik op het Excel pictogram om de sjabloon voor aangepaste variabelen te gebruiken.
  9. Als u de variabelen handmatig toevoegt, voert u in het venster Aangepaste variabele details toevoegen een waarde in de kolom die u zojuist hebt gemaakt in en klikt u vervolgens op Opslaan.
  10. Controleer in het scherm Bedrijfsinstellingen - Standaard instellingen en sjablonen - Aangepaste variabelen of uw variabele en bedrijfseenheid nog steeds geselecteerd zijn en klik vervolgens in het deelvenster Project toevoegen op Project toevoegen.
  11. Selecteer in het venster Project toevoegen het project waaraan u de variabele wilt toewijzen.
  12. Laat het keuzevakje De variabelen van de bedrijfseenheid kopiëren (aanbevolen) ingeschakeld.
  13. Klik op Opslaan.
  14. De waarde van de bedrijfseenheid voor deze variabele in een project overschrijven:
    1. Rechtsklik in het deelvenster Project toevoegen op het project en selecteer Wijzigen.
    2. Wijzig in het venster Aangepaste variabele details toevoegen de waarde in de kolom die u hebt gemaakt en klik op Opslaan.